Super Megabonk.

Wie herinnert zich nog knikkerseizoen?
Wekenlang was er niets aan de hand. Geen kind liep met knikkers rond, geen kind die ernaar vroeg.
En dan opeens barstte het los. Het schoolplein werd een slagveld. Alle hoeken en gaten transformeerden in knikkerpotten. Wie even de verkeerde kant op keek verloor een Bonk aan de jongen van twee klassen hoger die valsspeelde. Wie met Spinnetjes of Katte-ogen aankwam werd uitgelachen, waardeloze ballen.
En dan liep het af, langzaam raakten de kinderen uitgespeeld. Knikkers gingen terug in de sokkenla, scholieren knielden niet langer op het plein en het gesprek van de dag keerde terug naar salmiakballen, kikkertjes, tekenfilms, puntenslijpsel en stickers.
Hoe het knikkerseizoen opkwam is mij nog steeds een mysterie. Wanneer ik in overleg met mijn schoolvriendjes een poging ondernam om deze zelf te ontketenen verzandde dit in een week lang eenzame potjes in de hoek van een plein terwijl niemand er naar kraaide. Er kon uiteraard gif op worden ingenomen dat het moment dat wij teleurgesteld de knikkers terugsmeten op bed, het moment was dat de rest van de school ze tevoorschijn trok.

Maar mijn verhaal gaat eigenlijk over gistermiddag.
Ondanks het apocalyptische winterse landschap waar wij ons nog steeds in bevinden, was het gisteren 20 graden. Dus ik trok een rokje aan. Rokjesdag is de Groundhog Day van de Nederlander en als mijnheer Bril het niet geroepen heeft, dan telt het niet. Als een schreeuwende in de woestijn stond ik met blote benen te genieten van de warme zon, omringd door mensen in wintermutsen, Uggs, dikke panties en dubbelgevoerde overjassen. Ik had even goed met een zakje Spikkels op het Spui kunnen gaan staan in de hoop dat iemand een potje tegen me zou wagen. Ik legde het probleem voor aan een vriendin uit Columbia. Haar wijze woorden waren: "In een tropisch land is het altijd knikkerseizoen."
Ik nam me stilletjes voor om Martin Bril in zijn slaap te vermoorden.

2 Comments

Leave a Reply